Elk Belgisch tuincentrum lid
Volgens Van Wesemael zorgde zijn voorganger Dirk Ballekens voor een sterke professionalisering van BTV. Hij wil op dat elan verdergaan en zelfs een versnelling hoger schakelen. Binnen de beroepsorganisatie wil Chris 3 grote doelstellingen verwezenlijken, die hij meteen aankaartte tijdens zijn eerste gesprekken met de Raad van Bestuur.
“In de eerste plaats hoop ik elk tuincentrum in België te overtuigen om lid te worden van onze beroepsorganisatie. Vandaag tellen we ruim 240 leden waaronder het merendeel van de zelfstandige tuincentra. Momenteel zijn niet alle tuinretailketens als volledige groepering aangesloten, soms zijn maar enkele vestigingen lid. Er is dus zeker nog ruimte voor groei en die is nodig om een krachtige stem richting de politieke instanties te laten horen, zodat we kunnen wegen op het beleid.”
‘Overheid, doe iets aan de zonevreemdheid’
Want volgens Chris zijn er enkele dossiers die dringend door de overheid aangepakt moeten worden.
“Dan denk ik in de eerste plaats aan de problematiek van de zonevreemde tuincentra, die blijft aanslepen. Sommige zaken zijn door de veranderende consument van pure kweek overgeschakeld op een mix met retail, waardoor ze zonevreemd geworden zijn. Zij kunnen niet moderniseren of investeren in duurzame, energie-efficiënte technologieën, waardoor hun toekomst wordt geblokkeerd: een overname is onmogelijk, een verhuis onrealistisch. Bovendien reiken de gevolgen veel verder dan de tuincentrumuitbater zelf: er is impact op de tewerkstelling, de toeleveranciers en dergelijke. Deze kan ook nergens anders worden opgevangen. Sommige dhz-zaken beschikken over een tuinafdeling, maar die is beperkt tot maximaal 400 à 600 m², een fractie van wat een volwaardig tuincentrum aanbiedt. Toch weigert de overheid om een structurele oplossing te zoeken. Daarmee houdt ze een volledige sector in een wurggreep en laat ze de consument in de kou staan. Terwijl de overheid die laatste nu meer dan ooit aanmoedigt om groener te denken en meer te tuinieren, dreigt er veel expertise en gespecialiseerd aanbod verloren te gaan. Zonde, want alleen in een tuincentrum vindt de consument dezelfde combinatie van kennis, service en hoogwaardige tuinartikelen.”

Duidelijke communicatiestrategie uitrollen
Het optimaliseren van zowel de interne als de externe communicatie van de vereniging ziet Chris als een tweede werkpunt.
“Op dat vlak schoten we in het verleden te kort en daar brengen we nu verandering in. Zo versturen we sinds kort maandelijkse nieuwsbrieven. Tevens ligt de focus in ons 3-maandelijks ledenmagazine op extra relevante content. Verder zijn we nu actief op Instagram & LinkedIn en communiceren we intensiever via onze website. Zo creëren we meer dynamiek, bieden een grotere meerwaarde en vergroten we de zichtbaarheid van onze partners.
Daarnaast laten we extern onze stem nadrukkelijker horen. We zijn aanwezig op meetings van verschillende beroeps- en belangenorganisaties, zoals Unizo, de Hoge Raad voor Zelfstandigen en de KMO’s, UCM, Napan, VLAM, ApaqW en AVBS. Op die manier kunnen we de bezorgdheden van onze leden duidelijk onder de aandacht brengen. Er beweegt immers veel op wetgevend vlak en tuincentra worden met talrijke uitdagingen geconfronteerd: het vinden van personeel, duurzaamheid, hoge energiekosten, substantiële administratie, enz. Tot slot willen we in de toekomst inzetten op communicatie naar de eindklant: hoe grondiger we de consument informeren en hoe beter die kan tuinieren, hoe meer onze leden en partners daarvan profiteren.”
L’union fait la force
Daarnaast is het de bedoeling om BTV opnieuw als één Belgische beroepsorganisatie te positioneren.
“Het Vlaamse en Waalse luik van onze vereniging opereerden de laatste jaren vaak afzonderlijk van elkaar. Zo zijn er 2 websites, werden dikwijls aparte ledenmeetings of events georganiseerd,… Dat laatste blijft mogelijk, maar het uitgangspunt is dat we opnieuw – net zoals bij de start – als één geheel naar buiten treden. In die optiek hebben we onze maatschappelijke zetel naar Brussel verhuisd, zodat we zowel voor onze Vlaamse als Waalse leden makkelijk bereikbaar zijn. Bovendien is er zoals reeds aangegeven veel overleg met Belgische en Europese instanties en commissies, die hoofdzakelijk in onze hoofdstad gevestigd zijn. Tevens ijver ik ook voor een vertegenwoordiging van onze Waalse leden in onze Raad van Bestuur.”

Gids in duurzaam tuinieren
Chris dringt er bij de tuincentra en de groensector in het algemeen op aan om een voortrekkersrol te spelen op het vlak van duurzaamheid.
“BTV wil tuincentra aansporen om zelf het goede voorbeeld te geven: energie besparen, invasieve soorten weren, biodiversiteit stimuleren en het gebruik van pesticiden terugdringen. Dat vraagt ook een mentaliteitswijziging. Waarom klanten enkel ecologische onkruidbestrijding aanbieden, als je hen ook kunt overtuigen van de waarde van een wilde tuin? Tuincentra spelen een sleutelrol in het informeren en begeleiden van consumenten naar duurzame keuzes. Ze kunnen inspireren met klimaatroutes in de winkel, waar duidelijk wordt hoe je een klimaatvriendelijke tuin aanlegt of welke planten droogtebestendig zijn. Dat vergt ruimte, expertise en een sterke communicatie. De boodschap moet helder zijn: een tuincentrum is dé plek waar consumenten leren hoe ze duurzaam kunnen tuinieren.”
Nadenken over het aanbod
Tot slot maakt Chris voor Pet & Garden Pro kort een evaluatie van het afgelopen jaar voor de Belgische tuincentra.
“Onze tuincentra kenden een sterk voorjaar, maar zagen de verkoop in de zomer terugvallen door de aanhoudende hitte. Het najaar verliep opnieuw positief, waardoor het eindresultaat waarschijnlijk een kleine plus oplevert, een opsteker na het moeilijke 2024. Vooral decoratie en levend groen blijven het goed doen. Toch blijft de vraag ‘wat is een tuincentrum vandaag en welke producten vind je daar terug?’ relevant. Ik hoor regelmatig dat levend groen minstens 25, 30 of zelfs 40% van het aanbod moet uitmaken, maar gaat het dan om aantallen, omzet, oppervlakte of marge? Uiteindelijk beslist de eindklant en die ziet de tuin niet alleen als een stuk groen, maar ook als een plaats van genot, rust en ontspanning. Naast planten en decoratie verwacht hij ook tuinmeubilair, barbecues of misschien zelfs een jacuzzi in het tuincentrum te vinden. Het is bijvoorbeeld opmerkelijk dat tuincentra wel handgereedschap aanbieden, maar amper elektrisch tuingereedschap. Terwijl ik denk dat net daar meer groeipotentieel zit dan in categorieën, zoals frisdranken, boeken of wijn, die vaak wel aangeboden worden.”